Wie was de heer Jacobus Struuck?
(eerder gepubliceerd in "Op 't Spoor", uitgave van de historische vereniging gemeente Gasselte, 24e jaargang, nr. 4 - oktober 2015)

Wat vooraf ging.
In 1821verzocht ene Jacobus Struuck of de schout van Gasselte, Jan Aling
, een certificaat van onvermogen wilde verstrekken. Struuck was een zoon van de weduwe Struuck geboren Schütze, die bij haar dochter en schoonzoon, de predikant Calkoen van Gasselternijveen woonde. Jacobus Struuck was op dat moment gedetineerd in de militaire gevangenis van Gent en had het bewijs van onvermogen nodig, omdat hij de kosten van het proces niet kon betalen.
(Uit
"Op 't Spoor", jaargang 24, nr. 3, blz. 59 t/m 62, juli 2015 van de historische vereniging Gasselte)

Wie was deze heer Struuck?

Wel deze Jacobus Struuck werd op 11 oktober 1788 in Arnhem geboren als zoon van de arts (medicinae doctor) Philibert Struuck en Louise Sophie Schütze. Zij lieten hem met de naam Jacob op 16 oktober 1788 in de Nederduitsch Gereformeerde kerk van Arnhem dopen. Zijn ouders waren zo’n acht jaar eerder, op 5 december 1780, in Groningen getrouwd.


Hun huwelijkscontract werd op 1 december 1780 gesloten met als getuigen de moeder van de bruidegom, Theodora Wilhelmina van Hulst, weduwe Struuck, en de vader van de bruid Hendrik Lodewijk Schütze. Vader Philibert was geboren in Breda. Hij werd daar op 18 maart 1756 gedoopt als zoon van de legerkapitein Philibert Lijphart Struuck[1] en Wilhelmina van Hulst.


Doopinschrijving Jacob Struuck d.d. 16 oktober 1788 Arnhem

Kinderen van Philibert en Louise Sophie:

 

1) Elizabeth Frederika, gedoopt 8 maart 1781 Groningen, begraven 9 juli 1781, Winschoten

2) Philibert Hindrik gedoopt 9 juni 1782, Winschoten

3) Adriana Louise, gedoopt 3 augustus 1783, Winschoten

4) Jacob(us), geboren 11 oktober 1788, gedoopt 16 oktober 1788, Arnhem,

5) Johan Cornelis, geboren 20 april 1791, gedoopt 29 april 1791, Zutphen

6) Philippus Jacobus, gedoopt 23 oktober 1793, Nijmegen

7) Philibert , geboren 3 november 1795, gedoopt 18 november 1795, Deventer

 

Tussen de bedrijven door woonde het gezin in 1789 in Harderwijk. Het gezin Struuck is dus nogal wat keren verkast tussen 1780 en 1795

Vader Philibert overleed toen Jacobus 6 jaar oud was, op 31 maart 1795 in Groningen op 39-jarige leeftijd aan een zinkingskoorts (een ziekte waarbij de patiënt afwisselend koud en heet aanvoelt). Hij liet zijn weduwe met vijf kinderen achter.


Groninger Courant d.d. 3 april 1795

Zeven maanden na het overlijden van Philibert werd op 3 november 1795 in Deventer nog een zoontje geboren. Louise Sophie noemde het kind naar zijn overleden vader Philibert. Op 18 november 1795 werd Philibert in Deventer gedoopt.



Haarlemse Courant d.d. 7 november 1795

De vier broers t.w. Jacobus, Philibert Hindrik, Philippus Jacobus en Philibert kozen evenals hun grootvader voor een carrière in het leger. De vijfde broer, Johan Cornelis, is op tienjarige leeftijd overleden.

 

De oudste broer Philibert Hindrik zou als luitenant in 1816 in Batavia zijn overleden. Zijn vijf jaar jongere broer Philippus Jacobus maakte de veldtocht van Napoleon naar Rusland mee. Hij werd gewond aan zijn linker scheenbeen door een granaat bij het beleg van Spandau in 1813. In 1814 nam hij dienst bij het 5e regiment Oost-Indische Infanterie 2e bataljon, waar hij in 1815 werd bevorderd tot 2e luitenant. Hij overleed eveneens in Batavia in 1817. De jongste van de broers, Philibert, diende als fuselier bij dit regiment, maar hij werd vanwege ziekte in 1815 gedebarkeerd en bleef aan wal. Toch zou ook hij in Nederlands Indië zijn overleden.[2]


De zus van Jacobus - Adriana Louise - trouwde op 12 april 1804 voor schepenen van Vollenhove met de predikant te Wilsum Hendrik Albertus Jacobus Calkoen, later predikant te Gasselternijveen. Kennelijk is haar moeder bij haar dochter gaan inwonen, maar mogelijk ook haar broer Jacobus.

 

De zwager van Jacobus Struuck, Hendrik Albertus Jacobus Calkoen begon op 6 juli 1800 als kandidaat in Wilsum. Op 31 oktober 1813 werd hij predikant in Gasselternijveen. Op 16 oktober 1825 deed hij intrede in Hurwenen en op 4 november 1827 in Schalwijk. In deze plaats ging hij per 31 december 1837 met emeritaat. Hij werd daar als predikant op gevolgd door zijn in Wilsum geboren zoon Hendrik Philibert, die veertig jaar lang het predikantsambt in Schalkwijk zou  vervullen.


De moeder van Jacobus, Louise Sophie Schütze, weduwe van Philibert Struuck, dochter van Lodewijk Schütze en Johanna Frederica Zandvoort, overleed op de hoge leeftijd van 96 jaar op 6 januari 1853 in Gouderak. De overlijdensadvertentie werd geplaatst door haar dochter en schoonzoon. Ze was in 1846 haar dochter en schoonzoon gevolgd van Schalkwijk naar Gouderak. Op 1 mei 1846 vestigde zij zich met dochter en schoonzoon, die inmiddels met emeritaat was gegaan, in Gouderak. Ook haar schoonzoon, de oud-predikant van o.a. Gasselternijveen, overleed in Gouderak. Dat was ruim acht jaar later op 23 april 1861. Hij was toen volgens de overlijdensakte 83 jaar.

Jacobus zelf trouwde in 1810 met Adeleide Marie di Babgian. Zij was op 3 april 1788 in Amsterdam in de rooms-katholieke kerk ’t Boompje gedoopt als Alida Maria, dochter van Johannes (Jan) Baptista di Babgian[3] en Cornelia Everdina Isaks (ook Peterse).

De huwelijksaankondigingen vonden zowel in Amsterdam als in Wilsum plaats, niet geheel toevallig was dat de plaats waar zijn zwager toen predikant was. In Amsterdam werd vermeld dat hij afkomstig was uit Wilsum. In Wilsum werd vermeld dat hij geboren zou zijn in Vollenhove en in Kampen woonde. Dat hij in Vollenhoven geboren zou zijn klopt niet, hij werd in Arnhem geboren.


Lambertuskerk van Wilsum anno 2015
Na zijn huwelijk nam Jacobus in oktober 1810 vrijwillig dienst bij het 3e regiment jagers te paard (n.b. dat was dus in de Franse tijd toen Nederland ingelijfd was bij Frankrijk!). Hij doorliep er diverse rangen. In januari 1813 werd hij brigadier, in februari 1813 fourier en in september 1813 wachtmeester. Zijn regiment werd in 1813 het regiment Dauphin, waar hij in december van dat jaar opperwachtmeester werd. Op 25 november 1814 kwam hij als opperwachtmeester bij het regiment dragonders. In 1815 kreeg hij de rang van tweede luitenant bij het 37e bataljon van de Nationale Militie. In 1821 was hij – zo vermeldt het artikel in Op ’t Spoor van juli 2015 - luitenant-kwartiermeester. Zijn militaire loopbaan schakelde dus geruisloos over van de Franse dienst naar de Nederlandse dienst.

Stamboek Natiomale militie 1815-1818 (37e bataljon)
klik op afbeelding voor een vergroting

Jacobs Struuck zal, gelet op zijn militaire loopbaan, niet vaak thuis in Amsterdam zijn geweest, waar zijn vrouw in de Leidsche Kruisstraat woonde. Toch werden uit hun huwelijk wel twee kinderen geboren. Op 16 december 1811 werd zijn zoon Jan Willem geboren en op hetzelfde adres werd op 1 januari 1815 zijn zoon Lodewijk Jacobus geboren. Vader Jacobus was volgens de laatstgenoemde geboorteakte sergeant-majoor (=opperwachtmeester). Beide geboorteaangiftes gebeurden in afwezigheid van de vader. Ook bij het huwelijk van zijn zoon Jan Willem in 1845 in Amsterdam schitterde vader Jacobus Struuck door afwezigheid. In de huwelijksbijlagen stond aanvankelijk dat Jacobus zou zijn overleden, maar dit is doorgestreept en vervangen door het woord “afwezig”. Inderdaad was hij toen nog in leven.

 

 

Want Jacob Struuck leidde in zekere zin een dubbel leven. In 1815 - het jaar dat zijn zoon Lodewijk Jacobus in Amsterdam werd geboren - was hij als 2e luitenant bij het 37e bataljon landsmilitie ingekwartierd in ’s-Hertogenbosch. Op 15 augustus 1815 werd in ’s-Hertogenbosch zijn zoon Jacobus Struuck geboren. De moeder van het kind was niet zijn echtgenote maar mevrouwe Hyacinthe Louise Joseph de Foue (ook Souë). Het kind zou nog geen twee maanden later, op zondag 8 oktober 1815, in hun woning aan de Hinthammerstraat in ’s-Hertogenbosch overlijden.



Handtekening Jacobus Struuck d.d. 15 augustus 1815


Het zou niet bij dit ene kind blijven. Het paar verkaste naar Gent. Calkoen vermeldt dat op 10 maart 1818 in Gent  Hyacinthe Sophie Francoise Struuck, werd geboren, dochter van Jacques Struuck en van  Hyacinthe Louise Josephe de Souë.[4] Wat er in 1821 in Gent is voorgevallen is mij onbekend.

 

Zou zijn wettige vrouw in Amsterdam van niets geweten hebben? Ten tijde van zijn gevangenschap in Gent, waar in Op ’t Spoor nr. 3, juli 2015 over werd geschreven, was Jacobus Struuck nog steeds getrouwd met de Amsterdamse Adeleide Marie di Babgian. Misschien duurde het daarom wel zo lang voordat schout Jan Alingh reageerde op het verzoek van de moeder van Jacobus Struuck. Moest hij wellicht eerst informatie inwinnen in Amsterdam? Of speelde er nog meer? Of het mede door deze affaire kwam weten we niet, maar niet lang daarna liep het huwelijk van Jacobus ook officieel op de klippen. Zijn vrouw verzocht  vrij snel na de beschreven gebeurtenissen in 1821 om echtscheiding. Bij vonnis van de rechtbank d.d. 24 januari 1822 werd toestemming verleend tot scheiding. Zijn vrouw woonde toen in Amsterdam in de Leidsche Kruisstraat boven nr. 26. Zij wist in het geheel niet waar haar man verbleef. Hij werd namens haar gesommeerd om te Amsterdam te verschijnen om de echtscheiding te horen uitspreken. Toen hij vervolgens niet verscheen werd op 17 juni 1822 de echtscheiding definitief en werd deze geregistreerd in de registers van de burgerlijke stand van Amsterdam.



Handtekening Adeleide Maria di Babgian d.d. 17 juni 1822






In Amsterdam zien we Jacobus niet meer terug. Alleen uit de vermelding van zijn afwezigheid in 1845 bij het huwelijk van zijn zoon Jan Willem blijkt zijn bestaan. Deze zoon Jan Willem kreeg bij Koninklijk Besluit d.d. 2 februari 1833 een eervolle vermelding voor zijn gedrag als kanonnier tijdens de belegering van de Citadel van Antwerpen in december 1832.

 

Wanneer Jacobus Struuck en Hyacinthe Louise Joseph de Foue getrouwd zijn is mij niet bekend, maar bij haar overlijden in augustus 1826 in Namen werd hij als haar echtgenoot vermeld.[5] Daarna trouwde Jacobus op 8 augustus 1827[6] te Namen met Sophie Hyacinthe Josèph Anceau. In de periode tussen 1828 en 1851 werden tien kinderen van dit echtpaar resp. in Temploux, Brussel Ste Croix, lez-Namur geboren.[7]

Jacobus Struuck moet dus in de tweede helft van de 19e eeuw zijn overleden. Waar en wanneer is mij niet bekend.

 

Zijn eerste vrouw Adeleide Marie di Babgian hertrouwde op 5 april 1827 met de kleermaker Joannes Fredricus Steenhouwer. Zij overleed op 5 maart 1853 in Amsterdam. Zij woonde toen op de Prinsengracht en was volgens het Amsterdamse bevolkingsregister tapster.

Jan Lafeber,
Gasselte, september 2015



Huwelijksbijlagen Amsterdam 1845

Bronnen:

 

1) DTB-boeken van Amsterdam, Arnhem, Breda, Deventer, Groningen, Harderwijk, Nijmegen, Vollenhove, Wilsum, Winschoten en Zutphen

2) Burgerlijke stand van Amsterdam, Gouderak en ’s-Hertogenbosch

3) Bevolkingsregisters van Amsterdam en Gouderak

4) Krantenarchief Koninklijke Bibliotheek

5) Militaire stamboeken

6) www.dominees.nl

7) Netradyle, Cercle d'histoire et de généalogie de Beauvechain et Grez-Doiceau (www.netradyle.be)

8) Calkoen, L. “Het geslacht Struuck” in de Nederlandsche Leeuw, jaargang 20, 1902, blz. 132 t/m 134

9) Opvarenden VOC (Nationaal Archief)


Bevolkingsregister Amsterdam
klik op afbeelding voor een vergroting



[1]Philibert Lijphart Struuck was een telg uit een oud en vooraanstaand Drents geslacht. Zijn vader Jan Struuck en zijn grootvader Philibert Struuck waren schulte van De Wijk. Ook in de omgeving van Gasselte hebben leden van deze familie Struuck hun sporen nagelaten. Enkele leden van de familie Struuck waren actief betrokken bij de ontginning van de Gasselter en Drouwener venen. Een lid van deze familie bewoonde de havezate Ensinge in Bonnen. Op een 17e-eeuwse kaart (zie 750 jaar Oostermoerse venen 2009:41) staat dit huis als “Struik” bij Bonnen ingetekend. Ook de veldnaam Stroeksland zou nog een tastbare herinnering zijn aan de activiteiten van de familie Struuck in onze contreien.

[2] Voor het overlijden van de vier broers Struuck, zie Calkoen 1902:133/134

[3] Jan Baptista di Babgian (r.k. gedoopt Amsterdam, 12 april 1756 als zoon van de uit Isfahan afkomstige Petrus di Babgian en Maria Clara Houtendorp) werd op 10 maart 1777 als schijndode uit het water van de Keizersgracht bij de Prinssestraat opgevist en naar een wijnhuis op de hoek gebracht. Hij herstelde op wonderbaarlijke wijze (bron: Historie en gedenkschriften van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen, tweede deel, zevende stukje, blz. 442, Amsterdam, 1778). Daarna vertrok hij in dat jaar met het VOC-schip “Huis te Spijk” om in 1779 met de “Behemoth” weer terug te keren naar Amsterdam. Uit de huwelijksbijlagen van zijn dochter in 1827 blijkt dat hij in december 1795 vertrokken is naar Suriname en niet meer is teruggekeerd naar Nederland. Juist in die maand was hij in Amsterdam officieel in het huwelijk getreden met Cornelia Everdina Isaks. Van hen werden – voor hun huwelijk -  in de periode 1783 t/m 1794 - acht kinderen gedoopt. Hun oudste zoon Petrus (gedoopt 5 december 1784) verloor als 12-jarige(!) cadet in ’s Lands Zeedienst zijn linkerbeen door een kogel. Hij overleed enkele maanden later - 13 jaar oud - aan de gevolgen hiervan (bron: Haagsche Courant d.d. 9 februari 1798 en Amsterdamse Courant d.d. 10 februari 1798). Volgens deze  krantenberichten was hij op het moment van overlijden 12 jaar en 2 maanden oud, maar hij blijkt op dat moment een jaar ouder te zijn!

[4] Calkoen 1902:134

[5] Acte de décès – Namur 22/08/1826, (Ex-)Conjoint: STRUNCK Jacques

[6] Actes de marriage - Namur 08/08/1827 STRUNCK Jacques (Arnhem) ANCEAU Sophie Hyacinthe Joseph

[7] Calkoen 1902:134



Amsterdamse Courant d.d. 10 februari 1798



Doopboek RK-kerk 't Boompje Amsterdam (1784)
klik op afbeelding voor een vergroting







Terug naar homepage