Wat vooraf ging. In 1821verzocht ene Jacobus Struuck of de schout van Gasselte, Jan Aling, een certificaat van onvermogen wilde verstrekken. Struuck was een zoon van de weduwe Struuck geboren Schütze, die bij haar dochter en schoonzoon, de predikant Calkoen van Gasselternijveen woonde. Jacobus Struuck was op dat moment gedetineerd in de militaire gevangenis van Gent en had het bewijs van onvermogen nodig, omdat hij de kosten van het proces niet kon betalen. (Uit "Op 't Spoor", jaargang 24, nr. 3, blz. 59 t/m 62, juli 2015 van de historische vereniging Gasselte) |
|
Wel deze Jacobus Struuck werd op 11 oktober 1788 in Arnhem geboren als zoon van de arts (medicinae doctor) Philibert Struuck en Louise Sophie Schütze. Zij lieten hem met de naam Jacob op 16 oktober 1788 in de Nederduitsch Gereformeerde kerk van Arnhem dopen. Zijn ouders waren zo’n acht jaar eerder, op 5 december 1780, in Groningen getrouwd. Hun huwelijkscontract werd op 1 december 1780 gesloten met als getuigen de moeder van de bruidegom, Theodora Wilhelmina van Hulst, weduwe Struuck, en de vader van de bruid Hendrik Lodewijk Schütze. Vader Philibert was geboren in Breda. Hij werd daar op 18 maart 1756 gedoopt als zoon van de legerkapitein Philibert Lijphart Struuck[1] en Wilhelmina van Hulst. |
Doopinschrijving Jacob Struuck d.d. 16 oktober 1788 Arnhem |
Kinderen van
Philibert en Louise
Sophie: 1)
Elizabeth
Frederika, gedoopt 8
maart 1781
Groningen, begraven 9
juli 1781, Winschoten 2)
Philibert Hindrik
gedoopt 9
juni 1782, Winschoten 3)
Adriana Louise,
gedoopt 3
augustus 1783, Winschoten 4)
Jacob(us),
geboren 11 oktober 1788, gedoopt 16
oktober
1788, Arnhem, 5)
Johan Cornelis,
geboren 20 april 1791, gedoopt 29
april
1791, Zutphen 6)
Philippus Jacobus,
gedoopt 23
oktober
1793, Nijmegen 7)
Philibert , geboren
3 november 1795, gedoopt 18
november
1795, Deventer Vader Philibert overleed toen Jacobus 6 jaar oud was, op 31 maart 1795 in Groningen op 39-jarige leeftijd aan een zinkingskoorts (een ziekte waarbij de patiënt afwisselend koud en heet aanvoelt). Hij liet zijn weduwe met vijf kinderen achter. |
Groninger Courant d.d. 3 april 1795 |
Zeven maanden na het overlijden van Philibert werd op 3 november 1795 in Deventer nog een zoontje geboren. Louise Sophie noemde het kind naar zijn overleden vader Philibert. Op 18 november 1795 werd Philibert in Deventer gedoopt. |
Haarlemse Courant d.d. 7 november 1795 |
De vier broers
t.w. Jacobus, Philibert
Hindrik, Philippus Jacobus en Philibert kozen evenals
hun grootvader
voor een carrière in het leger. De vijfde broer, Johan
Cornelis,
is op tienjarige leeftijd overleden. De oudste broer
Philibert Hindrik zou
als luitenant in 1816 in Batavia zijn overleden. Zijn
vijf jaar jongere
broer Philippus Jacobus maakte de veldtocht van
Napoleon naar Rusland
mee. Hij werd gewond aan zijn linker scheenbeen door
een granaat bij
het beleg van Spandau in 1813. In 1814 nam hij dienst
bij het 5e
regiment Oost-Indische Infanterie 2e bataljon, waar
hij in 1815 werd
bevorderd tot 2e luitenant. Hij overleed eveneens in
Batavia in 1817.
De jongste van de broers, Philibert, diende als
fuselier bij dit
regiment, maar hij werd vanwege ziekte in 1815
gedebarkeerd en bleef
aan wal. Toch zou ook hij in Nederlands Indië zijn
overleden.[2]
De
zus van Jacobus - Adriana Louise - trouwde op 12
april
1804 voor
schepenen van Vollenhove met de predikant te Wilsum
Hendrik Albertus
Jacobus Calkoen, later predikant te Gasselternijveen.
Kennelijk is haar
moeder bij haar dochter gaan inwonen, maar mogelijk
ook haar broer
Jacobus. De
zwager van Jacobus Struuck, Hendrik Albertus Jacobus
Calkoen begon op 6
juli 1800 als kandidaat in Wilsum. Op 31
oktober
1813 werd hij predikant in Gasselternijveen. Op
16
oktober
1825 deed
hij intrede in Hurwenen en op 4
november 1827 in Schalwijk. In deze
plaats ging hij per 31 december 1837 met emeritaat.
Hij werd daar als
predikant op gevolgd door zijn in Wilsum geboren zoon
Hendrik
Philibert, die veertig jaar lang het predikantsambt in
Schalkwijk zou vervullen.
Jacobus zelf trouwde in 1810 met Adeleide
Marie di
Babgian. Zij was op 3 april 1788 in Amsterdam in
de
rooms-katholieke kerk ’t Boompje gedoopt als Alida Maria,
dochter van Johannes (Jan) Baptista di
Babgian[3]
en Cornelia Everdina Isaks (ook Peterse). |
Lambertuskerk van Wilsum anno 2015 |
Na zijn huwelijk nam Jacobus in oktober 1810 vrijwillig dienst bij het 3e regiment jagers te paard (n.b. dat was dus in de Franse tijd toen Nederland ingelijfd was bij Frankrijk!). Hij doorliep er diverse rangen. In januari 1813 werd hij brigadier, in februari 1813 fourier en in september 1813 wachtmeester. Zijn regiment werd in 1813 het regiment Dauphin, waar hij in december van dat jaar opperwachtmeester werd. Op 25 november 1814 kwam hij als opperwachtmeester bij het regiment dragonders. In 1815 kreeg hij de rang van tweede luitenant bij het 37e bataljon van de Nationale Militie. In 1821 was hij – zo vermeldt het artikel in Op ’t Spoor van juli 2015 - luitenant-kwartiermeester. Zijn militaire loopbaan schakelde dus geruisloos over van de Franse dienst naar de Nederlandse dienst. | Stamboek Natiomale militie 1815-1818 (37e bataljon) klik op afbeelding voor een vergroting |
Jacobs
Struuck zal, gelet op zijn
militaire loopbaan, niet vaak thuis in
Amsterdam zijn geweest, waar zijn vrouw in de Leidsche
Kruisstraat
woonde. Toch werden uit hun huwelijk wel twee kinderen
geboren. Op 16
december
1811 werd zijn zoon Jan Willem
geboren en
op
hetzelfde adres werd op 1
januari 1815 zijn zoon Lodewijk
Jacobus geboren. Vader Jacobus
was volgens de
laatstgenoemde geboorteakte sergeant-majoor
(=opperwachtmeester). Beide
geboorteaangiftes gebeurden in afwezigheid van de
vader. Ook bij het
huwelijk van zijn zoon Jan Willem in
1845
in Amsterdam
schitterde vader Jacobus Struuck door
afwezigheid.
In de huwelijksbijlagen stond aanvankelijk dat Jacobus
zou zijn overleden, maar dit is doorgestreept en
vervangen door het
woord “afwezig”. Inderdaad was hij toen nog in leven.
Want Jacob Struuck leidde in zekere zin een dubbel leven. In 1815 - het jaar dat zijn zoon Lodewijk Jacobus in Amsterdam werd geboren - was hij als 2e luitenant bij het 37e bataljon landsmilitie ingekwartierd in ’s-Hertogenbosch. Op 15 augustus 1815 werd in ’s-Hertogenbosch zijn zoon Jacobus Struuck geboren. De moeder van het kind was niet zijn echtgenote maar mevrouwe Hyacinthe Louise Joseph de Foue (ook Souë). Het kind zou nog geen twee maanden later, op zondag 8 oktober 1815, in hun woning aan de Hinthammerstraat in ’s-Hertogenbosch overlijden. |
Handtekening Jacobus Struuck d.d. 15 augustus 1815 |
Zou zijn wettige vrouw in
Amsterdam van niets geweten
hebben? Ten tijde van zijn gevangenschap
in Gent, waar
in Op ’t Spoor nr.
3, juli 2015 over
werd geschreven, was Jacobus Struuck
nog steeds
getrouwd met de Amsterdamse Adeleide
Marie di
Babgian. Misschien duurde het
daarom wel zo lang voordat schout Jan Alingh reageerde
op het verzoek
van de moeder van Jacobus Struuck.
Moest hij wellicht
eerst informatie inwinnen in Amsterdam? Of speelde er
nog meer? Of het
mede door deze affaire kwam weten we niet, maar niet
lang daarna liep
het huwelijk van Jacobus ook
officieel op de klippen.
Zijn vrouw verzocht vrij
snel na de
beschreven gebeurtenissen in 1821 om echtscheiding.
Bij vonnis van de
rechtbank d.d. 24 januari 1822 werd toestemming
verleend tot scheiding.
Zijn vrouw woonde toen in Amsterdam in de Leidsche
Kruisstraat boven
nr. 26. Zij wist in het geheel niet waar haar man
verbleef. Hij werd
namens haar gesommeerd om te Amsterdam te verschijnen
om de
echtscheiding te horen uitspreken. Toen hij vervolgens
niet verscheen
werd op 17
juni
1822 de echtscheiding definitief en werd deze
geregistreerd in de registers van de burgerlijke stand
van Amsterdam. |
Handtekening Adeleide Maria di Babgian d.d. 17 juni 1822 |
In Amsterdam zien we Jacobus niet
meer terug. Alleen uit de vermelding van zijn
afwezigheid in
1845
bij
het huwelijk van zijn zoon Jan Willem blijkt
zijn bestaan. Deze zoon Jan Willem
kreeg bij Koninklijk Besluit d.d. 2
februari 1833 een eervolle
vermelding voor zijn gedrag als kanonnier tijdens de
belegering van de
Citadel van
Antwerpen in december 1832. Wanneer Jacobus
Struuck en Hyacinthe Louise Joseph de
Foue getrouwd zijn is mij niet
bekend, maar bij haar overlijden in augustus 1826 in
Namen werd hij als
haar echtgenoot vermeld.[5]
Daarna trouwde Jacobus op 8 augustus 1827[6]
te Namen
met Sophie Hyacinthe Josèph Anceau. In
de
periode tussen 1828 en 1851 werden tien kinderen van dit
echtpaar resp.
in Temploux, Brussel Ste
Croix,
lez-Namur geboren.[7] Jacobus Struuck
moet dus in de tweede
helft van de 19e eeuw zijn overleden. Waar en
wanneer is mij
niet bekend. Jan Lafeber, Gasselte, september 2015 |
Huwelijksbijlagen Amsterdam 1845 |
Bronnen: 1) DTB-boeken van
Amsterdam,
Arnhem, Breda, Deventer,
Groningen, Harderwijk, Nijmegen, Vollenhove, Wilsum,
Winschoten en
Zutphen 2) Burgerlijke stand van Amsterdam, Gouderak
en
’s-Hertogenbosch 3) Bevolkingsregisters van Amsterdam en
Gouderak 4) Krantenarchief Koninklijke Bibliotheek 5) Militaire stamboeken 6) www.dominees.nl 7) Netradyle,
Cercle
d'histoire et de
généalogie de Beauvechain et Grez-Doiceau
(www.netradyle.be) 8) Calkoen, L. “Het
geslacht
Struuck” in de
Nederlandsche Leeuw, jaargang 20, 1902, blz. 132
t/m 134 |
Bevolkingsregister Amsterdam klik op afbeelding voor een vergroting |
[1]Philibert Lijphart
Struuck was een telg uit
een oud en vooraanstaand Drents geslacht. Zijn vader
Jan Struuck en
zijn grootvader Philibert Struuck waren schulte van
De Wijk. Ook in de
omgeving van Gasselte hebben leden van deze familie
Struuck hun sporen
nagelaten. Enkele leden van de familie Struuck waren
actief betrokken
bij de ontginning van de Gasselter en Drouwener
venen. Een lid van deze
familie bewoonde de havezate Ensinge in Bonnen. Op
een 17e-eeuwse
kaart (zie 750 jaar Oostermoerse venen 2009:41)
staat dit huis als “Struik” bij
Bonnen ingetekend. Ook de veldnaam Stroeksland
zou
nog een tastbare herinnering zijn aan de
activiteiten van de familie
Struuck in onze contreien. [2] Voor het overlijden
van de vier broers
Struuck, zie Calkoen 1902:133/134 [3] Jan Baptista di
Babgian (r.k. gedoopt
Amsterdam, 12
april
1756 als zoon van de uit Isfahan
afkomstige
Petrus di
Babgian en Maria Clara Houtendorp) werd op 10
maart 1777
als schijndode uit het water van de
Keizersgracht bij de Prinssestraat
opgevist en naar een wijnhuis op de hoek
gebracht. Hij herstelde op
wonderbaarlijke wijze (bron: Historie
en
gedenkschriften van de
Maatschappij tot Redding van Drenkelingen,
tweede deel, zevende stukje,
blz. 442, Amsterdam, 1778). Daarna vertrok
hij in dat jaar met het
VOC-schip “Huis
te
Spijk” om in 1779 met de “Behemoth”
weer terug te
keren naar Amsterdam. Uit de huwelijksbijlagen
van zijn dochter in 1827
blijkt dat hij in december
1795 vertrokken is naar Suriname en niet
meer is teruggekeerd naar Nederland. Juist in die
maand was hij in
Amsterdam officieel in het huwelijk getreden met
Cornelia Everdina
Isaks. Van hen werden – voor hun huwelijk - in
de periode 1783
t/m
1794 - acht kinderen gedoopt. Hun oudste
zoon
Petrus (gedoopt 5
december 1784) verloor als 12-jarige(!)
cadet in ’s
Lands Zeedienst zijn linkerbeen door een kogel.
Hij overleed enkele
maanden later - 13 jaar oud - aan de gevolgen
hiervan (bron: Haagsche
Courant
d.d. 9
februari 1798 en Amsterdamse
Courant
d.d. 10 februari 1798). Volgens deze
krantenberichten
was hij op het moment van overlijden 12 jaar en
2 maanden oud, maar hij
blijkt op dat moment een jaar ouder te zijn! [4] Calkoen 1902:134 [5] Acte de
décès
– Namur 22/08/1826,
(Ex-)Conjoint: STRUNCK Jacques [6] Actes de
marriage - Namur 08/08/1827 STRUNCK
Jacques (Arnhem) ANCEAU
Sophie Hyacinthe Joseph [7] Calkoen 1902:134 |
|