Johannes Ledeboer was
een veelbelovende jonge predikant in Groningen.
Hij was cum laude afgestudeerd in de theologie en
was direct aangesteld als plaatsvervangend
predikant in Groningen. Al vrij snel werd hij
beroepen te Kloosterburen en Hornhuizen. In
september 1780 kreeg hij bericht dat zijn vader
ernstig ziek was in Enschede. Het jaar daarvoor
was zijn moeder al overleden en hij besloot snel
af te reizen naar Enschede. Vroeg in de morgen van
donderdag 14 september verliet hij Groningen te
paard in zuidwaartse richting langs Haren
naar Zuidlaren. In de herberg van de weduwe van
Evert Jans ontmoette hij een zekere Anton Link.
Link was in het bezit van een geweer en bood de
dominee aan om hem te vergezellen.
|
Weg
tussen Zuidlaren en Anloo
door Gerardus Wieringa.
|
Het
vermeende moordwapen van Anton Link
dat
bewaard wordt in het Drents Museum te Assen (1)
|
Ledeboer nam het
aanbod met beide handen aan, omdat hij niet
precies wist welke weg hij het best kon nemen.
Beide mannen verlieten daarop de herberg en namen
de weg over de Zuidlaarder es naar Anloo. Even
buiten Zuidlaren nabij Schuilingsoord op de plek
die de drie bergen genoemd werd schoot Link de
dominee dood, beroofde hem van zijn horloge en
zijn beurs en vluchtte met het paard van Ledeboer
in de richting van Anloo.
|
Erg bedreven in het
paardrijden was hij niet, want na enkele vergeefse
pogingen om overeind op het paard te blijven
besloot hij om lopend te vluchten. Het paard liep
terug in de richting van Zuidlaren en Link
passeerde te voet de molen van Anloo en verborg
zich in het Annerhout. ‘s-Avonds werd hij niet ver
vandaar in de buurt van Spijkerboor door de
plaatselijke bevolking gegrepen en vastgezet aan
een ring in de muur van de plaatselijke herberg.
Vandaar werd hij op gehaald en afgevoerd naar de
gevangenis in Assen.
Link bleek een gedeserteerde soldaat te zijn uit
het regiment van luitenant-generaal van
Sommerlatte. Hij ontkende de moord gepleegd te
hebben. Hij verklaarde nooit in Zuidlaren te zijn
geweest en ook geen geladen geweer te hebben
gehad.
|
De klink in
de herberg van Spijkerboor
(thans café 't Keerpunt) waaraan de
moordenaar Anton Klink vastgeketend zou zijn
geweest.
|
Maar er waren zoveel getuigen, die gezien hadden dat hij
wel degelijk een geladen geweer had, dat hij in de
Zuidlaarder herberg was geweest en dat hij de dominee had
vergezeld tot de plek des onheils. Bovendien werden bij
hem twee zilveren zakhorloges gevonden, waarvan één
herkend werd als het horloge van Ledeboer. Ook de beurs
met zilvergeld van Ledeboer was in zijn bezit gevonden.
De ontkenningen mochten dus niet baten. Op 27
januari 1781 werd Anton Link door de drost en etten van
Assen veroordeeld tot de doodstraf. Op 9 februari werd het
vonnis publiekelijk aan Anton Link voorgelezen, waarna het
vonnis daadwerkelijk werd voltrokken. Hij werd geradbraakt
op het executie terrein buiten Assen. Vervolgens kreeg hij
met het moordgeweer een slag op het hart. Daarna werd zijn
hoofd met een bijl door de scherprechter er afgeslagen en
werd zijn hoofd en lichaam met het moordgeweer daartussen,
ter afschrikking van boosdoeners, aan een paal gehecht.
Op de grafzerk van dominee Johannes Ledeboer
|
OP
DE GRAFZERK VAN
DNUS J. LEDEBOER
BEROEPEN PREDIKANT TE HORNHUISEN EN
CLOOSTERBUREN, MOORDDADIG DOODGESCHOTEN
TUSSCHEN ZUIDLAREN (DE
PLAATS ZYNER RUSTE) EN ANLO, DEN 14 VAN
HERFSTMAAND
MDCCLXXX |
Die
liefderijke by de menschen
Heer LEDEBOER, van elk bemind,
Gods-kroost en ‘s Vaders dierbaarst
kind,
Moest als een wonderboom verflensen;
Vermoord, door eene ontmenschte’s hand,
Raakt’ zyne ziel, voor ‘t aardsche, in
‘t hemelsch Vaderland:
Zuidlaren bergt zijn Rif
tot de aller jongste stonden,
Wanneer ‘er loon en kroon bij Kristus
word gevonden
VIGILANTER ET QUIETE |
|
----------
Bron:
* Het verslag van het vonnis door Frederik Otto
van Dörnberg Heiden, assessor en gedeputeerde van het
Landschap Drenthe
Voetnoten:
(1) Nader onderzoek van
het Drents Museum heeft echter opgeleverd, dat
betwijfeld moet worden of dit wapen wel het bewuste
moordwapen is, omdat een achtkantige loop en een
gebroken laadstok (die volgens de historische
beschrijving kenmerken zijn van het moordwapen)
ontbreken.
Jan Lafeber,
oktober 2008
|