Dr. Cornelis Gerard
Moeringh, gedoopt Gouda 17 april 1705 als
zoon van mr Adriaan Moeringh en Antonia Philippina Fabré,
overleden
Gouda 7 maart 1758. Op 16 mei 1735 trouwde hij te Utrecht met Christina Buijs. Cornelis Gerard Moeringh bekleedde een groot aantal (regenten-)functies in Gouda : • vroedschap (1730-1758) • commissaris huw. zaken (1730-1733, 1736, 1737) • politiemeester (1730, 1733, 1736, 1737, 1741, 1742) • kerkmeester (1732, 1733, 1750, 1754) • thesaurier-fabriekmeester (1733, 1757, 1758) • schepen (1734, 1735, 1738 1739) • ontvanger der verponding (1735-1737) • weesmeester (1740-1742, 1750, 1753) • thesaurier-ontvanger (1741, 1742) • baljuw (1743-1749), burgemeester (1751, 1752, 1755, 1756) • adjunct ter dagvaart 1754 scholarch (1754-1758). Hij werd op 1 september 1723 ingeschreven bij de universiteit van Leiden en promoveerde aldaar op 29 april 1729. (bron : "Met goed fatsoen, de elite in een Hollandse stad, Gouda 1700-1780", dr. J.J. de Jong, Stichting Hollandse Historische Reeks, De Bataafsche Leeuw, 1985, ISBN 90 6707 095 5) Cornelis Gerard Moeringh was de eerste ondertekenaar van een petitie in 1747 om de macht van de heersende factie (o.l.v. burgemeester van Eijck) te breken. Hij wordt ook gezien als de schrijver (onder het pseudoniem Claudius Civilis) van een fel getoonzet pamflet tegen deze zelfde burgemeester van Eijck. (zie ook : "Met goed fatsoen" en "Duizend jaar Gouda, een stadsgeschiedenis" , uitgeverij Verloren, Hilversum 2002, ISBN 90 6550 717 5) Volgens de digitale bibliotheek voor de Nederlandse letteren is hij ook de schrijver van o.a. • Alexander en Artemisia, Treurblijeindspel, Utr. 1734 • Artaxerxes, Trsp., Utr. 1737 • Bedrooge geldgierige koppelaars, Blijsp., Utr. 1738 • Belachelijke Redeneerder, klucht, Utr. 1740 • Dood van Seneka, trsp., Amst. 1743 • Gehoornde Filosooph, door slagen bevredigt, Utr. 1738 • Geschaakte Bruid, blsp • Derde Meydag, of verhuistijd, klucht De meeste verzameld in: Tooneelstukken door een kunstbeminnaar, onder de zinspreuk: Non semper arcum tendit Apollo, Utr. 1738. (zie - http://www.dbnl.org/tekst/bran038biog01/bran038biog01_2792.htm) Moeringh (Cornelis Gerardus). Door eenige onbeduidende tooneelstukken komt deze op de naamrollen voor onder de tooneeldichters uit de eerste helft der achttiende eeuw (zie - http://www.dbnl.org/tekst/wits004biog04/wits004biog04_181.htm) |
|
|