De ontsnapping van Pieter van Brakel uit het tuchthuis van Gouda, door J.D. Lafeber.
(beknopte bewerking van een artikel dat eerder verschenen in in De Schatkamer, regionaal historisch tijdschrift, jaargang 6, aflevering 3 - december 1992)


Pieter van Brakel, een Boskoopse boomkweker, raakt in 1782 betrokken bij een soort spionage-schandaal tijdens de vierde Engelse Oorlog. (1)
Volgens Van Brakel wordt hij eind augustus 1782 benaderd in een Frans koffiehuis te Rotterdam door een Engelsman, ene Mr. Cresit, die hem vraagt voor Engeland te willen spioneren. Van Brakel stemt hiermee in, maar stelt tegelijkertijd de raadspensionaris van Holland, Pieter van Bleiswijk hiervan op de hoogte, die hem verzoekt in te gaan op het voorstel van Mr. Cresit om zo te ontdekken wie er bij het verraad betrokken zijn.

Van Brakel weet het vertrouwen te winnen van een jonge vaandrig Jacob Eduard de Witte, die voor wat geld en een paar flessen wijn bereid is om en opgave te leveren van het aantal manschappen op Schouwen, de hoeveelheid geschut en de exacte ligging ervan.
Tevens was deze jonge vaandrig van negentien jaar bereid om bij een eventuele Engelse invasie op Schouwen geen alarm te slaan. Vaandrig de Witte liet zich ervan overtuigen dat een snelle Engelse overwinning in het belang van de Nederlanden kon zijn en dat de ook de stadhouder Willem V een Engelse overwinning zou voorstaan.  Uiteindelijk worden zowel Van Brakel en De Witte gevangen genomen.

De aanklager in het proces tegen Van Brakel, Ysbrand 't Hoen, is van mening dat het verhaal van Van Brakel louter op verzinsels berust om een wit voetje bij de raadspensionaris te halen met als uiteindelijk doel slechts zijn eigen persoonlijk gewin.

Vaandrig De Witte wordt door de krijgsraad ter dood veroordeeld, maar de Staten van Holland en Zeeland verlenen hem kwijtschelding van de doodstraf. Uiteindelijk wordt hij door het Hof van Holland veroordeeld tot ontslag uit de militaire dienst, zes jaar gevangenisstraf en eeuwige verbanning.
Pieter van Brakel wordt veroordeeld om met de strop om zijn nek 'strengelijk gegeseld' te worden, tot 25 jaar tuchthuisstraf en na het uitzitten van deze straf tot eeuwige verbanning. (2)
Pieter Brakel

Het Iconografisch Bureau te 's-Gravenhage heeft d.d. 26 april 2000 toestemming verleend voor het gebruik van dit portret op het adres http://home.planet.nl/~jlafeber/Brakel.html

Pieter van Brakel gevange en voortvluchtige.

Zo komt Pieter van Brakel in het tuchthuis van Gouda terecht. (3)  Hij gedroeg zich in het tuchthuis als een trots en eigenzinnig mens. Hij bemoeide zich weinig met zijn medegevangenen en nam geen aalmoezen aan. Van zijn familie kreeg hij van tijd tot tijd het één en ander toegestopt.
Ook in het tuchthuis deed hij zich graag voor als een man van de wereld en deelde zijn net verkregen bezittingen uit aan anderen. Ondanks zijn hooghartige houding was hij wel geliefd bij zijn medegevangenen. Hij begon zich steeds meer als een modelgevangene te gedragen. Na ruim vier jaar tuchthuisstraf wist hij het vertrouwen van de tuchthuisvader Albertus Zwart te winnen door voor diens 42-ste verjaardag een uitgebreid lofdicht (zie : originele tekst in pdf formaat) op de man te maken, waarin hij hem hemelhoog prees voor zijn grote verdiensten als tuchthuisvader en zijn menselijke behandeling van de gevangenen. (4)

Tuchthuis Gouda (voormalige Catharinaconvent)

Het Tuchthuis te Gouda (in het voormalige Catharinaconvent) - copie naar een tekening uit 1585 door Jacobus Stellingwerf (18e eeuw) - bron: dr. Jan Schouten - Gouda, tekeningen en prenten.





GOUDA.
De beruchte Boomkweker, Pieter van Brakel die in ’t Jaar 1782 den jongen Vaandrig De Witte ongelukkig maakte, heeft met noch een tuchteling, genaamd Pieter Muttij, gelegenheid gevonden om uit de breken, zijnde deszelfs spoor tot nog toe niet te ontdekken geweest.

Dus las men in de Nieuwspapieren deze bekendmaking:
Alzo Pieter van Brakel, oud 37 a 38 jaaren, lang 5 voet 8 duim, hebbende ligt bruin hair, het welk hij gebonden draagt, en ligte bruine oogen, zijnde bleek van couleur, doch vol van weezen, en hebbende een groote neus, en zijnde zeer dik en gezet, met een hangbuik, hebbende breede voeten laatst gewoond hebbende te Boskoop; ene Pieter Muttij oud ruim 30  Jaaren,lang 6 voet 2 duim, hebbende zwart hair het welk hij gebonden draagt, en donker bruine of zwartagtige oogen, en zijnde blozend van couleur, hebbende eenigzints een opwippende neus met groote neusgaten, zijnde naar mate van zijn lengte niet zeer gezet, hebbende groote handen, en lange platte voeten, een sprekende Italiaans, een weinig Fransch, Hoog en Nederduitsch; op Donderdag namiddag den 8 Januarij 1789, uit hun Confinement in het Tuchthuis te Gouda zij ontvlugt, en er de Justitie ten hoogsten aan gelegen legt, dat de voorp. Booswigten wederom in handen komen; zo is het dat het Hof van Holland belooft een praemie van een honderd Zilvere Ducatons te betaalen aan den geene, die een der voorn. Persoonen in handen der Justitie bezorgt, en van, twee honderd Zilvere Ducatons die de voorn. Van Brakel en Muttij beiden in handen der Justitia zal komen te leveren, zullende des aanbrengers naam, des begeerende, worden gesecreteerd.

Uit: Nieuwe Nederlandsche Jaarboeken van januari 1789
(met dank aan Wim Knoops te Rotterdam, die mij op deze tekst attendeerde en deze toezond)

Nog geen twee maanden na deze verjaardag onstnapte Pieter van Brakel, samen met een medegevangene Pieter Mutty (een Zwitser, die veroordeeld was vanwege vele diefstallen en het helen van goederen en voor overspel met zijn nichtje) (5). Beide mannen hadden al geruime tijd hun ontsnappingsplan gereed. Zij hadden een ijzeren dolk weten te vervaardigen. Op 8 januari 1789 brachten zij hun plan ten uitvoer. 's-Middags kwam de chirurgijn met zijn knecht om de gevangenen te scheren. De gevangenen werden geschoren in een deel van het tuchthuis, dat slechts van buitenaf geopend en gesloten kon worden. De chirurgijn en zijn knecht lieten zich bij de gevangenen opsluiten, deden hun werk en trokken daarna aan een bel op de binnenplaats om de deur weer te laten openen. Van Brakel en Mutty pakten het handig aan, op het moment dat de chirurgijn en zijn knecht hun cel open maakten, overweldigen zij beiden en wierpen hen in de cel, ontfutselden de knecht met de dolk op zijn borst de sleutels en sloten hen vervolgens op in de cel. Dit ging razendsnel in zijn werk, niemand had er iets van gemerkt. Bovendien waren de ramen naar de binnenplaats bevroren, zodat niemand van buiten naar binnen kon kijken. Toen Van Brakel en Mutty aan de bel trokken deed de tuchthuisvader dan ook niets vermoedend de deur open.
Ook hij werd op zijn beurt door beide gevangenen overweldigd en zij dwongen hem met de priem op de borst de sleutels van de buitendeur af te geven.


Zo ontsnapten Van Brakel en Mutty uit het tuchthuis, begaven zich snel naar de stadspoort en verlieten de stad in de richting van Utrecht.
Diverse lieden hadden Brakel op straat herkend, maar durfden hem niets in de weg te leggen. De tuchthuisvader reed vergezeld van hulp de ontsnapte gevangenen achterna en werd richting Utrecht gestuurd, door behulpzame burgers. Van Brakel en Mutty - ook niet gek - waren inmiddels teruggelopen langs de singels tot de Winterdijk en vluchtten in de richting van Waddinxveen, terwijl hun achtervolgers de verkeerde kant op gingen. Onderweg pikten zij nog een hooivork om zich te kunnen verweren en begaven zich naar Brakels oude woonplaats Boskoop. Hier aangekomen vonden zij onderdak bij een oude vriend van Brakel, een broodbakker. Zijn broer werd gewaarschuwd en ook andere vrienden werden opgetrommeld. Zij voorzagen de vluchtelingen van kleding en mondvoorraad. Het bleek dat Van Brakel tijdens zijn gevangenschap zo gegroeid was, dat hij niet meer in zijn oude kleren paste, die dus uitgelegd moesten worden.

Van het huis van zijn vriend de broodbakker ging hij naar zijn vroegere baas een Boskoopse boomkweker en daar vierde hij en zijn vrienden uitbundig zijn geslaagde ontsnappingspoging.

Diezelfde nacht nog werd Brakel naar Delfshaven gebracht en de volgende dag vluchtte hij via Charlois, Strijense Sas, Puttershoek naar Moerdijk en vandaar naar Antwerpen. Hier in Antwerpen hoopte hij veilig te zijn; hij gaf zich uit voor een gevluchte patriot en won het vertrouwen van de uitgeweken Hollanders. Van Brakel wist zo op het gemoed van deze mensen in te spelen, dat zij besloten om een inzameling voor hem te houden om hem daarmee financieel te ondersteunen. Helaas voor Brakel werd hij herkend door een oude klant uit Delft en moest hij noodgedwongen Antwerpen wel verlaten.


Hij besloot daarom naar Brussel te reizen. Ook op de boot naar Brussel werd hij herkend door een Hollander. Van Brakel wist zich er echter uit te kletsen. In Brussel pakte hij het anders aan. Hij gaf zich hier uit voor iemand die de haat van zowel de patriotten als van de prinsgezinden op de hals had gehaald. Hij maakte kennis met een rijke zilversmid en zijn dertigjarige dochter, die zijn verhalen graag geloofden. Zeker de dochter van de zilversmid was zeer gecharmeerd van Pieter en zijn prachtige verhalen. Zeker toen hij goede getuigschriften uit Utrecht (waar hij volgens eigen zeggen vandaan kwam) wist te verkrijgen. Wat de Brusselaar en zijn dochter niet wisten was dat Van Brakel twee prostituées en een hoerenwaardin in Utrecht ingeschakeld had om de gevraagde 'valse' getuigschiften te verstrekken. Maar ook in Brussel bleek Van Brakel niet veilig te zijn. Het Hof van Holland had inmiddels en arrestatiebevel uitgevaardigd en een beloning van 100 zilveren dukaten per persoon uitgeloofd voor degene die Van Brakel en Mutty in handen van justitie zou bezorgen.

Een Amsterdammer, Klaas Arkeloort, aangelokt door deze prijs wist Van Brakel in Brussel op te sporen, won zijn vertrouwen door samen met hem de nachten in diverse bordelen door te brengen en slaagde erin om met hem naar Breda te lokken, waar hij geld zou kunnen ophalen. De geldzucht van Van Brakel werd hem fataal. Want in de buurt van Breda aangekomen werd hij door enkele dienders van het Hof van Holland opgepakt en werd hij zwaar geboeid naar de Gevangenpoort in Den Haag gebracht.  Van Brakel zelf heeft een buitengewoon smeuïge versie van zijn arrestatie laten optekenen (5). Het blijkt dat ook zijn eerdere compaan Pieter Mutty een dubieuze rol heeft gespeeld bij het oppakken van Van Brakel. Hij bood zijn diensten aan de autoriteiten om Van Brakel te vinden en heeft de Amsterdammer hierbij geholpen. De bedrieger werd echter bedrogen, want ook Mutty werd weer gearrestterd

Pamflet ontsnapping Pieter van Brakel

Pamflet  Ontsnapping Pieter Brakel (3)
Beiden gaven elkaar vervolgens de schuld van het bij hun ontsnapping gebruikte geweld. De tuchthuisvader bleek door Pieter van Brakel in zijn bovenbeen te zijn gestoken. Pieter van Brakel had hem stevig bedreigd, maar voerde als excuus aan, dat hij zeer slecht behandeld zou zijn door de tuchthuisvader. Tot zover de geschiedenis (in verkorte vorm weergegeven) van de vlucht van Pieter Van Brakel uit het tuchthuis van Gouda.
Pieter van Brakel : een opmerkelijk figuur. Zeker niet het prototype van de tuchthuisboef in de achttiende eeuw. Geen dief of een moordenaar. Was hij de sluwe en gewetenloze oplichter zoals én aanklager én anonieme pamfletschrijver ons willen doen geloven? Een fantasierijk oplichter was hij in ieder geval wel en slachtoffers heeft hij zeker gemaakt zoals de jonge vaandrig De Witte, de raadspensionaris Van Bleiswijk, de tuchthuisvader Aalbert Zwart, zijn compaan Pieter Mutty en de dochter van een rijke Brusselse zilversmid.  Men moet tevens bedenken dat dit verhaal zich afspeelde tegen de achtergrond van heftige twisten in de Nederlanden tussen de patriotten en de prinsgezinden, (6) die elk hun eigen belangen hadden bij het verspreiden van geruchten over al dan niet vermeende Engelse aanvallen en invasies.

In hoeverre zijn Van Brakel en De Witte pionnen geweest in een spel dat door anderen gespeeld werd?

Voetnoten:

1. Bron : Criminele papieren van het Hof van Holland, inv. nr. 5526.11 en 5526.12.
2. Bron : Criminele Sententies van het Hof van Holland (21 mei 1784). Voor de volledigheid wijs ik nog op de volgende door mij geraadpleegde pamfletten
a) "Zamenspraak gehouden tusschen Een Regent en Burger, over Het gevangen neemen van de Vaandrig den Witte, Het gedrag daaromtrent en de Gedrogtelijke Militaire Jurisdictie", uitg. H.U. Koen (30 blz.);

b) "tweede Zamenspraak gehouden tusschen een Regen en Burger, over het gevangen neemen van den Vaandrig de Witte, enz. ....", uitg. H.U. Koen, Dordrecht 1782 (32 blz.);
c) "De patriot, aan de Witte, Zoo men zegt schuldig aan Verraad" en "De wanhopende verrader Witte. In zyne gevangenis" (verzameling Koninklijke Bibliotheek - catalogus Knuttel - inv. nr. 20026 a+b);
d) "Verhaal te Rotterdam, In een daartoe belegd Gezelschap, Sommierlijk gedaan op den 7 October 1782 door Brakel, woonende te Boscoop, wegens zekere Conspiratie om den Engelschen een landing in Zeeland gemakkelijk te maken (verzameling Koninklijke Bibliotheek - catalogus Knuttel - inv. nr. 20024).
3. Het verhaal is te vinden in :"Het gedrag in het tugthuis te Gouda, de vlugt uit het zelve, de reis na braband, de bedryven aldaar, en de wedergevangeneming van Pieter van Brakel, voorheen boomkweker te Boskoop" - Universiteitsbibliotheek van Amsterdam.
4. Het gedicht is te vinden in de Criminele Papieren van het Hof van Holland , inv. nr. 5548.30.
5. Bronnen : Criminele papieren van het Hof van Holland, inv. nr. 5531.4 en Criminele Sententies van het Hof van Holland (19 mei 1786 en 15 september 1786).
6. Zie o.a. :
a) "Patriotten en bevrijders : revolutie in de Noordelijke Nederlanden, 1780-1813" (blz. 89), door Simon Schama, Amsterdam 1989.
b) "De lage landen bij de zee" (hoofdstuk 17 "Oranje en de Patriotten"), door Jan en Annie Romein, Querido, Amsterdam 1977.

Lafebernaar begin artikel
LafeberTerug naar homepage


Terug naar homepage